Vorige week volgde ik een intensieve zesdaagse masterclass over de therapeutische relatie. Het was pittig en nodigde uit tot veel reflectie, maar desalniettemin was het een feestje.
Het werken in en met de relatie tijdens een therapeutisch gesprek vind ik ontzettend boeiend. Dat het veelomvattend is, bewijst ook het feit dat er met gemak een zesdaagse cursus mee te vullen is.
Behalve wat theoretische modellen, handvatten en historisch perspectief, werd er veel geoefend aan de hand van ingebrachte casuïstiek.
Zelf heb ik een haat/liefde verhouding met rollenspellen. Het geeft altijd een zeker ongemak bij mij. Vooral wanneer ik de therapeut ben en er dus op mijn vingers gekeken wordt. Het maakt me onzeker. En het voert me terug naar het blok psychiatrie tijdens mijn opleiding. Ook daar werden er lessen georganiseerd waarin geoefend werd met psychiatrische casuïstiek. Over het algemeen waren het sociaalpsychiatrisch verpleegkundigen die de rol van patiënt vertolkten en wij, studenten, waren een voor een de therapeut. Ik geloof nog steeds dat het voor de verpleegkundigen een sport was om een zo vreemd mogelijke patiënt neer te zetten en elke student tot wanhoop te drijven.
Natuurlijk (gelukkig) ging dat er nu heel anders aan toe. Ik kreeg zo waar plezier in de rollenspellen. Initieel dacht ik dat vooral de persoon die therapeut was in het rollenspel zou leren en ontdekken. Het spelen van patiënt zag ik meer als noodzakelijk iets om het rollenspel ook vorm te kunnen geven. Maar niks is minder waar. Ik heb vooral ook veel geleerd van de keren dat ik in de huid van patiënt moest kruipen. Een patiënt van mij dus. Een casus die ik inbracht omdat ik worstelde met de therapeutisch relatie. Het spelen van de patiënt – en dan ook echt proberen in de rol te zitten – gaf al ineens een nieuwe dimensie aan het hele beeld van de casus.
Ik realiseer me dat sinds de studie geneeskunde, rollenspellen niet echt meer voorgekomen zijn in mijn verdere loopbaan. Zodra je arts bent, praat je over patiënten met collega’s. vanuit een comfortabele, veilige positie. Ik ben nog maar kort in de GGZ werkzaam, maar ook hier heb ik nog geen rollenspellen meegemaakt. Volgens mij wordt hier ook vooral over patiënten gepraat.
Na mijn ervaringen van afgelopen cursus geloof ik toch dat ik mijn interesse laat winnen van de schaamte en onzekerheid. Ik ben wel voorstander van wat meer rollenspellen tijdens intervisie en intercollegiaal overleg!